donderdag 27 december 2012

De regenboog is niet zo maar een symbool.....

Tijdens een weerpraatje, in de krant of in het echt zie je tegen een soms gitzwarte lucht een knallende regenboog, of zelfs een dubbele regenboog. Je kunt er met open mond naar staan kijken en dit natuurwonder blijft ons verbazen. Het is bijna magisch.

Technisch is dit heel goed te verklaren, maar ook de mythische kanten zijn enorm belangrijk. Al heel vaak hebben wij als een soort bemoediging op emotioneel heel moeilijke momenten een regenboog gezien, je zou bijna denken dat het geen toeval is.

Regelmatig word ik, tijdens een bezoek aan kinderen in het ziekenhuis, op mijn vingers getikt dat elfenkoninginnen of kristallen niet zo maar een regenboog kunnen maken. Dat kan alleen God want dat staat zo in de bijbel. Het was de belofte dat de wereld nooit meer ten onder zou gaan aan een zondvloed. Dat is niet zo maar iets waar je mee kan spelen.

Toch vertellen verschillende kinderen dat ze over de regenboog naar een andere wereld kunnen reizen. Een meisje van 6 vertelde haar moeder dat haar overleden broertje van 11 maanden ’s nachts zo maar van de regenboog kwam glijden in haar kamer en dat ze met hem gespeeld heeft: “Zal ik hem morgen meenemen naar jouw kamer?”

Een jongetje van 7 dat niet lang meer te leven had, reisde over de regenboog al heen en weer naar de wereld waar hij naar toe zou gaan. Hij vertelde zijn ouders daarover. Zijn religieuze oma, die eigenlijk alleen maar wilde dat hij uiteindelijk bij Jezus terecht zou komen, maakte zich ernstige zorgen. “Hoe zit dat nou eigenlijk met die regenboog” vroeg ze haar kleinzoon. “Nou oma, de regenboog, dat is een knipoog van God!” en zo is het maar net.

www.regenboogboom.nl


maandag 19 november 2012

Elk kind heeft het recht zichzelf te kunnen zijn

... maar waar haal je de kracht vandaan?

Dit moet toch ook de gedachte geweest zijn achter de internationale rechten van het kind. Een verdrag waarmee volwassenen zich verantwoordelijk stellen voor het garanderen van een goede kwaliteit van leven voor alle kinderen van de wereld.

Kinderen maken enorm veel mee en ze kunnen er niks aan doen. Het overkomt ze. Of dat nou oorlog, ziekte, verwaarlozing, mishandeling, sexueel misbruik, pesten, echtscheiding, een brand in huis, een ernstig zieke ouder of er niet genoeg geld is om met een schoolreisje mee te kunnen. Kinderen kunnen er niet veel aan doen en ervaren het als niet eerlijk.

Vanaf hun geboorte doen kinderen hun uiterste best om het beste uit zichzelf naar boven te laten komen. Het diepste verlangen van een kind is dan ook: ”Zie mij, zie mij voor wie ik ben, houd van mij, vind mij de moeite waard!” Wanneer je als kind bezig bent om invulling te geven aan dit verlangen, is het dubbel frustrerend als er iets heel oneerlijks gebeurt. Het was al zo moeilijk en nu lijkt het bijna onmogelijk.

Alle kinderen hebben echter iets heel belangrijks. Dat heet veerkracht, een natuurlijk instinct, misschien wel het meest krachtige overlevingsmechanisme dat we hebben. Veerkracht is een overlevingsmechanisme gebaseerd op “Er is licht aan het einde van de tunnel. Er is geluk voor mij weggelegd. Er is leven na deze periode van overleven!” In plaats van: “Ik moet overleven om te zorgen dat mijn soort blijft bestaan!” De beste manier om de veerkracht van kinderen te mobiliseren, zo hebben wij van honderdduizenden kinderen begrepen, is het kind werkelijk centraal te stellen.

Het liefste willen wij de problemen van kinderen oplossen. Ook als we dat niet kunnen, omdat we nu eenmaal niet kunnen toveren. Daarbij wordt het probleem vaak veel belangrijker dan het kind zelf. Stap eens werkelijk in de wereld van dat kind en help het zijn veerkracht terug te vinden zodat het zelf in actie kan komen en zichzelf kan laten zien.

De veerkracht van kinderen (van 0 tot 120 jaar) is wat maakt dat problemen overwonnen worden, dat mensen weer opstaan na al vele keren gevallen te zijn, is dat mensen opstaan tegen onrecht. Help investeren in die veerkracht. Help kinderen liefdevol herinneren dat ze van binnen gewoon goed, sterk en bijzonder zijn wanneer ze dat even vergeten waren.

www.regenboogboom.nl


woensdag 7 november 2012

De verhalen die wij onszelf vertellen

‘Dat stemmetje in je hoofd’ wordt het wel eens genoemd. “Welk stemmetje?” vraag je dan, nou dát stemmetje. Dat stemmetje dat alles probeert uit te leggen, overal vraagtekens bij zet en overal betekenis aan probeert te geven. Dat stemmetje dat maakt dat je overal verhalen van maakt. Van alles wat er gebeurt en vooral ook van wat er niet gebeurt. Grote of kleine verhalen, soms in geuren en kleuren, soms klein en te verwaarlozen, soms heeft de hele wereld er mee te maken, of zelfs God.
Bijvoorbeeld: ik word ’s ochtends wakker en ik voel me niet zo lekker.

Direct starten honderden verhaallijnen. Ik heb gisteren…., ik moet straks…. ,het zal toch niet…., ik ga me hier niet door tegen laten houden want…., oh nee hè, net nu ik…, ik word gestraft want… En als je niet oppast zijn ze allemaal waar. En ze zijn waar, want anders had je ze niet bedacht. Maar werken die verhalen wel voor je? En voor welk verlangen werken ze het beste?

Kinderen hebben verhalen nodig die werken, zodat jij je weer veilig voelt en weer kunt spelen. Een jonge vrouw vertelde hoe, toen zij zelf vijf jaar was, haar moeder uitlegde over haar net overleden beste vriendje: ”Tussen alle appeltjes aan de boom zit soms wel eens een rot appeltje, hoe erg dat ook is.” De jonge vrouw kan haar moeder dit nog steeds niet vergeven. Haar beste vriendje een rot appeltje??? Wat een onzin! Moeder had met al haar liefde een verhaal bedacht. Alleen het werkte niet.

Vaak zijn de beste verhalen, die verhalen die jijzelf bedenkt. Om te zorgen dat je ook een verhaal bedenkt dat werkt, heb je vaak een beetje hulp nodig. Iemand die jou helpt herinneren waar je het verhaal voor nodig hebt.

www.regenboogboom.nl


zaterdag 29 september 2012

Een mijmerende Boswachter

Gisteren, morgen, nu…
Stilstaan bij een mijlpaal: 20 jaar Regenboogboom in Nederland. Tijd om terug te kijken, om vooruit te kijken, maar vooral om stil te staan in het nu. Als stichting de Regenboogboom het ontwikkelingsproces van een mensenkind zou doormaken, staan we aan de vooravond van volwassenheid. We stappen het eenentwintigste levensjaar in.
De eerste zes à zeven jaar hebben Renée en Evert-Jan dit kindje in de wereld gezet en zijn ze vooral bezig geweest met: mogen we er eigenlijk wel zijn? Heel voorzichtig aankloppen overal en nergens. Alles proberen, weten zij veel hoe het moet? Veel leren van kinderen en ouders: “Wat werkt wel en wat niet?”

Na zeven jaar, we schrijven 1998, 1999, staan ze voor de grote vraag: stoppen of doorgaan. Stoppen is eigenlijk geen optie, doorgaan dus. En ineens is daar de mogelijkheid om in Zuid-Afrika met kinderen te werken. Ook daar werkt de magie van de Regenboogboom bij alle kinderen. Bij terugkomst in Nederland is het duidelijk: we gaan groeien en vrijwilligers opleiden. De eerste training wordt georganiseerd en een uniek trainingsprogramma wordt ontwikkeld. En wat blijkt: er zijn meer kanjervrijwilligers die dit kunnen. De Regenboogboom krijgt ook een mooie blauwe Mercedesbus, met daar op in koeienletters de naam en missie van de Regenboogboom. Iedereen mag het zien, liefst de hele wereld.

Na weer zes à zeven jaar, 2005, is het kind 13 en worden de eerste stappen op weg naar zelfstandigheid genomen. Renée en Evert-Jan gaan naast het bestuur op zoek naar iemand die sturing wil geven aan de stichting, een directeur. De puberteit is een lastige periode, waarin het zoeken is naar een eigen unieke vorm om je dromen te verwezenlijken. Een periode van veel ups en downs, zelfs met wanhoop, “Moeten we wel doorgaan??” En dan in 2012 wordt een mijlpaal geslagen.
De Regenboogboom gaat niet meer weg. De boom groeit, de boom groeit!

www.regenboogboom.nl


maandag 17 september 2012

Als je echt luistert naar elkaar...

... hoor je zoveel meer!” Dit is een reclameboodschap van de NCRV. Hoe echt willen we naar kinderen luisteren? Een vriend van mij vertelde. Mijn dochter, een echte prinses van 7 heeft het best vaak over het regenboogbos.

Op een avond, ze ligt al in bed, vraag ik haar: ”Zeg, vertel eens, hoe doe jij dat nou, naar het regenboogbos gaan?”
“Nou, gewoon, doe maar met me mee. Als je je ogen dichtdoet, zie je dan van die witte puntjes?”
“Ja, die zie ik.”
“Nou, dan begin ik eerst met witte lijntjes tussen die puntjes, dat zijn de wortels en dan ga ik langs de wortels naar boven en dan ben ik in het Regenboogbos!”
“Ja, ik snap het en wat doe je daar dan?”
“Het is er heel fijn, alles is lekker opgeruimd en ik kan overal van genieten!”
En dan komt het: “Is er ook een wc in het regenboogbos?”
“Hè, pappa!”

Hij vond het wel een grappige vraag. Met veel geduld heeft zijn dochter geantwoord dat die achter de boom staat, maar hier hield het avontuur op. Hoe komt het toch dat je als vader aan een WC moet denken op het moment dat je dochter haar allermooiste droomplekje met jou wil delen? Het zal de vaderlijke zorg zijn voor haar.

En is dit niet wat we zo vaak met mensen doen? Wat maakt dat jij jouw dierbaarste dromen niet makkelijk wil delen met anderen? En toch willen we dat ieder kind zijn of haar dierbaarste droom mag verwezenlijken en intens gelukkig mag worden. Mijn oproep aan jullie allemaal is echt te luisteren naar elkaar, want achter en tussen al die woorden daar ligt de droom te wachten om uit te mogen komen. Misschien kun je een handje helpen.

www.regenboogboom.nl


dinsdag 4 september 2012

De leukste klas!

Op de basisschool is jouw klas altijd de leukste klas van de school. Nogal wiedes, want het is jouw klas. Andere klassen zijn ook wel leuk, maar jouw klas is echt de leukste. En dat komt omdat alle kinderen van de klas erbij horen en de juf of meester ook. Samen is het precies goed. Vreemd hè, zelfs als de juf niet zo leuk is, of er een paar stomme kinderen in de klas zitten. De klas is als een ketting, iedereen in de klas is een schakel.

Wanneer er iets mis is met één van de schakels, merkt de hele ketting dat. Wanneer een schakel buiten de ketting valt, dan is dat heel lastig voor die schakel. Het kan om een kind gaan of om de docent. Zo iemand wordt dan gepest, gesaboteerd, buiten gesloten,genegeerd. Zodra deze schakel weer bij de ketting hoort zouden de problemen zo maar opgelost kunnen zijn.

Wat is daarvoor nodig? Iedereen moet zich veilig genoeg voelen, om die andere schakel toe te laten. De spanning moet even van de ketting af. De beste manier hiervoor is alle schakels te eren. Elk kind vindt het fijn om te horen en te voelen dat het bijzonder, geliefd, gewenst en gewaardeerd is. Elk kind heeft het nodig dat dit ook uitgesproken wordt.

Ik denk, dat als er in de klas iemand gepest wordt, dit betekent dat de ketting niet compleet is. Je kunt dan het pesten veroordelen of bestrijden, wat de spanning in de ketting mogelijk verhoogt. Een andere keuze is iedereen in de klas te erkennen en gelijkwaardig te maken waardoor het veiliger wordt en de losse schakel (weer) deel uit kan maken van de ketting. Dan is de klas weer helemaal de leukste klas van de school.

www.regenboogboom.nl


zaterdag 18 augustus 2012

Verboden toegang, dit is MIJN Regenboogbosplekje!

Je eigen veilige bijzondere Regenboogbosplekje, daar mag niet zo maar iedereen binnen komen wandelen. Het Regenboogbos is dan wel een openbare ruimte en voor iedereen toegankelijk. Er is zelfs voor iedereen een eigen Regenboogboom precies zoals je dat graag wil. En dat betekent nog niet dat iedereen zo maar op jouw plekje binnen mag komen stappen. Kinderen zijn daar heel duidelijk in.

Een moeder spreekt bezorgd over haar dochter: “Ik zou toch zo graag weten hoe het met haar is, maar ze laat me niet binnen!” Deze moeder loopt zelf met een immens groot verdriet en haar zorg voor haar dochter komt ook daaruit voort. Ja, en dan ben je een meisje van 10 die haar eigen plekje heeft gevonden waar het verdriet even niet is. Dan zit je niet te wachten op een moeder met haar verdriet op jouw plekje, of een broertje of klasgenootjes met hun verhaal.

Lieve moeder, hoe is het op jouw veilige plek? Hoe is het om gewoon even jezelf te zijn zonder verdriet en zonder zorgen? Weet je het nog? Wie ben je ook al weer onder al die lagen van “ik red me wel, ik kan dit, ik moet door, ik moet voor iedereen zorgen?” En als je dan op die prachtige plek bent en je dochter komt langs, gewoon zoals ze is, laat je haar dan toe? Mag ze bij jou binnen komen? Hoe kun je van je kinderen verwachten dat zij jou in hun meest dierbare plekje toelaten als jij niet omgekeerd hun durft toe te laten in jouw binnenwereld? Het is niet makkelijk, maar wel noodzakelijk.

Gun jezelf het wonder van je eigen veilige droomplek en het geluk van jouw kinderen.

Naar mijn veilige plekje


zondag 15 juli 2012

Omgaan met verlies

Onder het motto: “Je kunt niet tegengaan dat vogels van verdriet komen overvliegen, maar je kunt wel voorkomen dat ze nesten maken in je haar” is verliesverwerking bij kinderen bijzonder populair in therapeutenland. Hoe beter kinderen met groot verdriet of groot verlies kunnen omgaan, des te minder schade hebben ze er later van. Het is geweldig dat er zoveel aandacht is voor dit onderwerp.

Ieder kind krijgt te maken met dood en verlies. Dit is een belangrijk, misschien wel het belangrijkste onderdeel van het leven. Het is dan ook belangrijk dat kinderen om leren gaan met deze grote spoken. Mijn oproep is: “Leer kinderen omgaan met het leven”. Dat is wat er centraal zou moeten staan. Hoe kun je LEVEN terwijl je te maken hebt met dood en verlies. Hoe zou het zijn als we samen met kinderen uitzoeken wat het dood gaan van iemand of het verlies ergens van kan BIJDRAGEN aan hun leven?

Elke ervaring die zij in hun leven meemaken draagt bij aan hun leven. Zij hebben de keuze of ze het een positieve of een negatieve bijdrage willen laten zijn. Vogels maken nesten in bomen die stil staan, of langzaam bewegen. Levende kinderen staan niet stil of bewegen langzaam. Zij leven en zijn in beweging. Dan is het slecht nesten bouwen.

Elk verlies is enorm en heeft een impact. Het verlies kan echter nooit groter zijn dan het leven wat er nog is. Sta eens stil bij de impact die elk leven heeft. Leven is grenzeloos, een niet te stoppen bron. Alles wat ooit heeft geleefd, is nog steeds merkbaar aanwezig in deze wereld, ook al is het niet meer fysiek herkenbaar. Laten we kinderen leren met het leven om te gaan en met waar ze zich allemaal mee verbinden. Dáár zit de kracht om dood en verlies hoe pijnlijk ook te kunnen accepteren.

www.regenboogboom.nl


dinsdag 3 juli 2012

"Help! ons kind is te dik!"

een televisie programma van RTL4 over gezinnen met een kind met overgewicht. Ik ben dan altijd heel benieuwd hoe deze kinderen in hun vel zitten en hoe de interactie is tussen ouders en kind. Heel knap vertelt een kind openhartig over het eigen gevoel, gedachten en beleving van het te dik zijn. De eenzaamheid en de manier waarop je daar in je leven mee om probeert te gaan.

Het eetgedrag van het kind wordt duidelijk in beeld gebracht en dat dit toch echt heel slecht is. Het kind wordt opgemeten en de ouders worden geconfronteerd met de ‘feiten’. Het kind is echt véél te dik. Véél dikker dan andere kinderen en als het zo door gaat, dan wordt het echt héél erg. Ouders herkennen soms zichzelf in hun kind, ze schrikken er enorm van. Presentatrice Nicolette van Dam is dan natuurlijk een geweldig voorbeeld hoe het wél moet. Onder leiding van een psychologe wordt de situatie aangepakt. Het kind krijgt een streng regime. Het mag géén limonade meer, niet meer zóveel televisie kijken, móet méér gaan sporten en móet gezonder gaan eten.

Ineens giert de titel van het programma door mijn hoofd: “Help, ons kind is te dik!” Deze ouders hebben duidelijk hulp nodig. Zij hebben het zwaar. Dat kan toch niet langer zo. Dit kind moet aangepakt worden en in een streng regime zodat het straks niet meer zo dik is. Dan pas hebben ze weer een gezond gezinsleven. Volgens de psychologe zijn de ouders ook verantwoordelijk. Maar, vanaf het begin was toch al duidelijk dat het kind het moeilijk heeft? Het is toch niet voor niets dat die doet wat het doet, hoe ongezond ook?

Kinderen doen ‘iets’ omdat dat ‘iets’ voor ze werkt. Ze dragen er hun boodschap mee uit of beschermen zichzelf er mee tegen pijn. Waarom alle aandacht naar het ‘slechte’ gedrag van de kinderen en de ouders? Het kind heeft pijn. Pijn omdat het trouw aan het programma begint, maar zich niet begrepen, niet veilig, niet geliefd of gewaardeerd voelt. En wanneer de resultaten niet voldoende zijn, wordt het regime nóg strenger. En dat terwijl elk kind niet anders kan dan enorm zijn best doen.

Mooi, zo’n programma waar het kind centraal staat, in dit geval helaas alleen het gedrag en het lichaam van dit kind. Wat zou er gebeuren als het geluk van dit kind centraal zou komen te staan? Als dit kind werkelijk het recht zou krijgen om het beste van zichzelf te laten zien, zichzelf te zijn en zich veilig, gewaardeerd en geliefd te voelen! En daardoor niet de leegte in zichzelf hoeft te vullen?